Winterliedjes
Liedjes & Versjes
De winter is een bijzonder seizoen, je keert naar binnen en verlangt naar de zon, tenzij het echt koud wordt dan verlang je in ene naar ijs en sneeuw. Ook deze kinderliedjes gaan over die prachtige winter, met sneeuwballen, sneeuwpoppen en natuurlijk schaatsen en sleeën
Winterliedjes
Alle zaadjes slapen zacht
Alle zaadjes slapen zacht.
Wij kabouters houden wacht.
’t Kerstkind heeft hun licht gegeven.
Heel de wereld kan weer leven.
’t Licht hierbinnen flikkert stil.
Tot de lente komen wil.
Dag, sneeuwklokje
Dag sneeuwklokje, wit rokje,
Ik zie je daar wel staan.
De winter, de winter,
Die is nu heen gegaan.
Als jij weer staat te bloeien,
Gaan krokusbolletjes groeien;
De groene sprietjes kun je al zien.
Worden ze geel of paars misschien?
Dag sneeuwklokje, wit rokje,
Ik zie je daar wel staan.
De winter, de winter,
Die is nu heen gegaan.
De sneeuwklokjes
Wat klinkt daar uit de sneeuw zo fijn?
Zie lenteklokjes, klokjes klein,
Die kling’len in de zonneschijn,
Bloempjes komt aan alle kant,
Kinders geeft elkaar de hand,
Lente, lente komt weer in ’t land,
Lente, lente komt weer in ’t land!
De sneeuwpop en de zon
De warme zon straalt met nieuw kracht
uit het zuiden, uit het zuiden.
De sneeuwpop zucht, want hij wordt zo zacht,
zie hem pruilen, zie hem pruilen.
Zijn witte rijk wordt een luchtkasteel,
hij ergert zich daarom al groen en geel,
zie hem huilen, zie hem huilen.
Ach, sneeuwmeneer ook al ben je mooi, jij moet wijken, jij moet wijken.
Je winterpak wordt een modderpoel, moet je kijken, moet je kijken.
De leeuwerik kwinkeleert in_'t rond: "Waar is die man die hier zo statig stond,
hij moet wijken, hij moet wijken."
De zwarte raaf roept zo hard hij kan, in de bomen, in de bomen:
"Die man mag weg en de lentedag mag nu komen, mag nu komen."
De kraai kan kraaien zoals je hoor.
De zwaluw is van_'t zuiden hier in noord aangekomen, aangekomen.
Het beekje stroomt langs de waterkant,
moet je kijken, moet je kijken.
Waar eens de sneeuwpop heel stoer en stram stond te prijken, stond te prijken.
Daar groeien bloempjes een duizendtal.
De koeien mogen straks ook uit de stal buiten kijken, buiten kijken.
De witte wereld
Het is vandaag de witte wereld
Straat en veld en boom en dak
Alles is nu weggedoken in het witte winterpak
Ik alleen loop blauw en bont
Van de koude in het rond
Langs de wit besneeuwde grond
Langs de wit besneeuwde grond
Wacht eens ik ga ballen maken
Of en sneeuwpop van sta vast
Jongens komt dan is de koude
Geen van ellen ons tot last
Zo je graag ontdooien wou
Steekt de handen uit de mouw
Dat is uitmuntend voor de kou
Dat is uitmuntend voor de kou
Wilt geen vesting bombarderen
Of een grenadier verslaan
Ik Ben je man bij alle spelen
Het Komt er niemendal op aan
Flink zo makkers trekt van leer
Witte vogels daalt ter neer
Dat is prachtig winterweer
Dat is prachtig winterweer
De winter is weg
De winter is weg, en de lente, de lente komt nabij.
Het winterseizoen, zonder zon, zonder zon is voorbij
Het ijs gaat verdwijnen, de nieuwe zon gaat schijnen,
De hemel, de hemel wordt blauw.
De tijd is gekomen dat wij weer mogen dromen.
van lente, van lente en mei
Elsje Fiederelsje
Elsje Fiederelsje zet je klompjes bij ’t vuur.
Moeder bakt pannekoeken,
Maar het meel is zo duur.
Tingelingelinge pannekoek,
Stroop met rozijnen.
Tingelingelinge pannekoek,
Kom op bezoek!
Er was een sneeuwwit winterdal
Er was een sneeuwwit winterdal,
dat schitterde tussen het ijs-kristal,
straalde onder de sterren.
Het was er stil bij nacht en dag.
Toen klonk er al bij toverslag
een diep geschal van verre
Heel even hebben de sterren gebeefd,
De takken verwonderd getrild.
Maar niemand die het begrepen heeft
en nu is er alles muis stil.
Hagel en sneeuw
Hagel en sneeuw, onweer, wind en regen
deren ons niet; wij kunnen er wel tegen.
Lach er maar om, en stap er flink doorheen.
't_Is pech, maar zeg, als straks de zon eens scheen?
La-la-la!
Gat in je zool, 't_water sopt naar binnen. Lek in je jas, wat nu wel te beginnen?
En van je kraag drupt 't_water langs je rug. 't_Is pech, maar zeg, de zon komt wel terug!
La-la-la!
Eén ding staat vast: morren helpt geen steek, want als de zon eens door de wolken keek,
en jou dan zag, al met zo'n zwart gezicht.
't_Is pech, maar zeg, dan bleeft het niet lang licht.
La-la-la-la!
Het is nu februari
Het is nu februari, er komt steeds meer licht.
's Nachts regeert de winter, lente is in zicht,
De zaden en de knoppen zwellen,
Onder de witte koude vacht.
Het is nu februari, er komt steeds meer licht.
Als koude winden waaien is de lente in zicht.
Het is zo stil
Het is zo stil, het is zo koud.
Het sneeuwt, het sneeuwt in 't grote woud.
En alles wordt zo wit, zo wit.
Wie weet nog wat daaronder zit?
De sneeuw, de sneeuw heeft alles toegedekt!
Straks komt de lente die 't woud weer wekt!
Straks komt de lente die 't woud weer wekt,
Die 't woud weer wekt!
Hoort de wilde wind waaien
Hoort de wilde winden waaien!
Hoort het gieren in het woud!
Regen klettert op de bomen,
Druipend nat is al het hout.
Donker, donker zijn de dagen,
Koud en kaal is 't overal.
Maar toch voel ik in mijn hartje
Dat de zon gauw komen zal.
Op schaatsen
Ga je mee rijden, ga je mee glijden
Over de gladde baan
Het is een heerlijk mooi weertje
Doe vlug dus een keertje
Je schaatsen weer aan
Kris, kras je schaatsen weer aan
Ga je mee zwieren, ga je mee glieren
Over de gladde baan
Zo hand aan hand glijden
Langs velden en weiden
Dat staat je best aan.
Kris, kras, dat staat je best aan
Ga je mee rijden, ga je mee glijden
Over de gladde baan
Je moet profiteren
Van de enkele keren
Als het dooit is het gedaan
Kris, kras, als het dooit is het gedaan
Overal sneeuw in de lucht
Overal sneeuw in de lucht,
overal sneeuw op de grond
op mijn jas en op mijn haar
en op al die mensen daar.
Overal sneeuw in de lucht,
overal sneeuw op de grond
Schaatsenrijden, wie doet mee?
Schaatsenrijden, wie doet mee?
Schaatsenrijden, ene, twee.
Links en rechts en in de maat,
kijk nou toch eens hoe fijn dat gaat!
Kris - kras, krisser-de-kras, Ik wou dat het altijd winter was.
Kris - kras, krisser-de-kras, Ik wou dat het altijd winter was.
Schaatje rijden
Schaatsje rijden, heerlijk glijden
zwieren we zwaai naar Zopie toe
Drinken we chocomelk met koek
chocomelk met vellen
niemand doorvertellen!
schaatsje rijden, heerlijk glijden
krissen we kras naar Zopie toe
eten we hete erwtensoep
erwtensoep met selderij en
dan weer lekker glijden
Schaatsliedje
Kris, kras, kris, kras,
Schaatsen wij over het ijs.
In de wind al op de plas
Maken wij een lange reis.
Koude handen, warme wangen,
Tinteltenen, prikkelneus,
Zo gaan wij uit schaatsen heus.
Sneeuw
Het is lekker koud vandaag
Ik heb een goed idee
Wij gaan naar buiten
Ga je met ons mee?
Pak je sjaal en je wanten
Trek je jas snel aan
En doe ook je muts op
Dan kunnen we zo gaan
Ga je mee, Ga je mee
Spelen in de sneeuw
Ga je mee, Ga je mee
Spelen in de sneeuw
Ga je mee, Ga je mee
We gaan lekker spelen in de sneeuw
Sneeuwballen gooien
Wat hebben we een pret!
We maken een -sneeuwpop
Met ogen en een pet
Dan gaan we schaatsen
Pas op, het is heel glad
Doe dus maar voorzichtig
Anders val je op je gat
Ga je mee, Ga je mee
Spelen in de sneeuw
Ga je mee, Ga je mee
Spelen in de sneeuw
Ga je mee, Ga je mee
We gaan lekker spelen in de sneeuw
Vind jij sneeuw en ijs ook fijn?
Kon het maar altiid winter zijn!
We glijden van de heuvel
Samen op de slee
We gaan heel snel
Van boven naar benee
Nog eens naar boven
Hop, daar gaan we weer
Je wordt er wel moe van
Maar ik wil nog een keer!
(2x)
Ga je mee, Ga je mee
Spelen in de sneeuw
Ga je mee, Ga je mee
Spelen in de sneeuw
Ga je mee, Ga je mee
We gaan lekker spelen in de sneeuw
Sneeuwliedje
Het heeft vannacht zo hard gesneeuwd,
Toen ik ’s morgens had gekeken,
Toen lag er over het hele land
Een witte wollen deken.
Dat is pret, dat is pret,
Nu gaan we sleetje rijden,
Of ballen gooien naar elkaar,
En lekker baantje glijden.
Witte, witte winter
Witte, witte winter, met je baard van mist,
met je kraag van hermelijnen velletjes,
met je muts van witte poeseneletjes,
blijf je nog? Hoe is't.
Ik blijf hier nog wel even, dan ga ik naar huis.
In de noorder streken, daar heb ik mijn thuis.
Ik strooi hier nog wat vlokjes in 't rond,
Gooi hier nog wat hagel op de grond, dan ga ik naar huis
IJskoud
IJskoud, bloemen op de ruiten.
IJskoud, pegels aan het kozijn.
Wit en stil is alles bui-ten,
wachtend op de zonneschijn.
IJskoud, bloemen op de ruiten.
IJskoud, pegels aan het kozijn.
IJspegels in de baard van Koning Winter
IJspegels in de baard van Koning Winter,
klingelen zachtjes bij zijn winterwerk.
Hoor je het in de verte tinkelen?
Dan gaat hij rond en maakt het ijs heel sterk.
Zacht daalt de sneeuw
Zacht daalt de sneeuw naar benee.
Boven het land en de zee
stralen de sterren vol pracht
dit is de heilige nacht.
en/of
Zacht daalt de sneeuw naar benee.
Boven het land en de zee
stralen de sterren vol pracht
wat een bijzondere nacht
Ken jij ook nog een leuk Winter liedje?
Wanneer jij ook nog een leuk Winter liedje weet, en deze graag wil delen, stuur dan een mailtje via het Suggesties en/of Opmerkingen formulier.
Dan plaats ik het liedje erbij.
Andere artikelen die je mogelijk interessant vindt
vergelijkebare en passende arikelen
Herfstliedjes
Sint-Maarten liedjes
Sinterklaasliedjes, oude en nieuwe stijl
Kerstliedjes
Slaapliedjes
Het meest recente artikel
Winterliedjes
Voor alle artikelen geldt dat zij niet gesponsord zijn.